De Friesche Plant – Eerpeleksport Pieter Dirks Dijkstra
Friesche Plant-loadsen in St.-Jabik.
Aansichtkaart, tekst achterop: ST. JACOBI PAROCHIE/(Frise) Hollande/Veld aardappelen soort ,,Bintje’’./Champ de pommes de terre ,,Bintje’’.
Ondersoek: Erfgoed Fundaaasje
Sien foor ’n beskriving fan argyfmateriaal: Palsma Collection
Oprichter Pieter Dijkstra
De Friesche Plantaardappel Exporthandel N.V. wort in ’t begin fan ’ twintigste eeuw opricht deur Pieter Dirks Dijkstra te St.-Anne, later St.-Jabik; de firma wort inskreven bij de Kamer fan Koophannel te Luwt op 18-10-1932 en opheft op 3-11-1960 – datum útskriving.
Pieter Dijkstra is geboaren in Tjummarum 21 jannewary 1884 as seun fan Dirk Sjoerds Dijkstra en Ytje Pieters Douma; syn hait is eerst erbaaier en later eerpelkoopman.
Pieter is bij syn trouwen eerpelkoopman te Tjummarum, sont 25 juli 1910 idem te St.-Anne (huusnrs 165a, 69), sont omstreeks 1914 eerpelhandeler te St.-Jabik, (huusnr 180; sont Ouwe Maai 1915 op nummer 105, tot syn doad met 75 jaar. In ’e overlijdensakte staat: ,- zonder beroep –; maar dat wort feranderd in: – aardappelhandelaar -, met de antekening: dit renvooi en doorhaling van twee woorden goedgekeurd. D’r wort dus even ’n punt fan maakt dat Pieter nag eerpelkoopman is.
Hij trout in ’t Bildt op 30 juny 1910 met Sytske Jacobs Slim, geboaren te St.-Anne 1 maart 1883. Pieter sterft op 26 septimber 1959, Sytske op 8 maai 1976.
Handtekeningen onder de trou-akte fan Pieter Dijkstra en Sytske Slim, onder die hur hâns staan de ouweloi: Ytje Pieters Douma (Pieter syn hait is al weggaan), Jacob Slim en Antje Boersma.
Pieter bestevigd syn bedreven hând met ’n brede swaai anneks krul, dat beloofd wat.
Sien foor meer femilygegevens: Kertiersteat Baukje en Sytske Palsma nummers 22 en 23 en feerder.
Pieter en Sytske krije drie kines:
1 Antje Dijkstra * St.-Anne 17-2-1912 † 12-10-2003, sien feerder de Kertierstaat en hieronder: Sekretaresse bij hait
2 Ytje Dijkstra * St.-Anne 19-4-1915 † 12-6-2008, 93 jaar, [] Dronryp; bij trouwen sonder beroep te St.-Jabik; in 1957 . administratrise fan ’e tentoanstelling “Hoe wij werken” (sien foor foto: Ytje Dijkstra .
x 1 ’t Bildt 27-7-1934, 24 en 27 jaar, Gerben Obbe Terpstra * Luwt 17-5-1912 † dêr 18-12-1947, 35 jaar, [] Dronryp; stúddy Lândboukunde Wageningen, bij trouwen lândboukundig ingenieur te Luwt; sn fan Wybe Obbes Terpstra, onderwizer te Balk en te Luwt an ’e Gemeenteskoal nr 5, en Baukje Gerbens Swart;
x 2 1959 Roelof Lunsche
3 Dirk Dijkstra * St.-Jabik 24-2-1921, huusnr 105; in ’e geboarte-akte staat: zijnde de vader wegens afwezigheid verhinderd aangifte te doen; Pieter sil op hannelsrais weest hewwe.
Pieter Dijkstra foor eerpelhandel onderweegs op ’n stasjon.
Dijkstra & Gebr. Miedema
Dykstra braidt de firma út met de firmanten de broers J.G en B.G. Miedema onder de naam Dijkstra & Gebr. Miedema.
Moderne reklame in Nije Styl en fier talen
Hierboven: p.r. in ’e form fan ’n aansichtkaart, út ’n sery; drie kaarten binne bewaard bleven.
Tekst foorkant: Danzig, Spring 1924/Dressing and paeking Polish potatoes/Dykstra & Miedema Brothers/
Fotograaf: Gustav Kretin, Portechaissengasse8, Danzig
D’r ferskine brosjueres in fijf talen.
Hierboven ’n brosjuere in ’t Nederlâns, Ingels, Frâns en Dúts. Inhoud: 32 pagina’s, 5 pagina’s tekst en 27 foto’s met onderskriften, op krêm-papier in donkerbrún kartonnen omslag inbonnen met ’n groen koartsy fan 21 sm.; omfang búttenwerk: 23×14 sm., binnenwerk: 22,5 x 13,5 sm.
Foorkant, in rond logo, tekst op illustrasy fan ’n eerpelsak: D&M/ST. JACOB/FRIESLAND
onderan in logo: WETTIG GEDEPONEERD.
onder logo: DIJKSTRA & MIEDEMA/ST.JACOBI-PAROCHIE/FRIESLAND/HOLLAND/
onderan: PEC. PIET DE VRIES./’24
Piet de Vries het dit logo ontworpen in nije styl, bij de tiid in 1924.
De ferrike folder begint op pagina 2 met ’n grappy: ’n ôfbeelding fan ’n eerpel op skrinkelpoatsys met dêrop de kop fan ’n bolle met ’n knypoog.
Tekst: You think yourself/Somebody/but I am the/Man of the hour!/
P.O.TATO Esq./now/Lord Pomme de Terre
Sinjeerd: F.E.M; en Oillete/BQ[?]
Hieronder reklame in boekform foor de Italiaanse eerpelmet.
Inhoud: 40 pagina’s, 2 pagina’s tekst en 38 foto’s met onderskriften, op donkerbrún kartonpapier in wynroad oneffen kartonnen omslag, inbonnen met ’n donkerroad koartsy fan 33 sm.; omfang bútten- en binnenwerk: 31×22 sm.
Foorkant, goudopdruk, in ’n rút ’n stileerde eerpelplant met twee bladden en ’n blom in ’n kelk met oren.
Tekst rechts onder, sintreerd:
DIJKSTRA & GEBR. MIEDEMA/
Esprtazione di patate/
Specialità Patate da Semina
St. Jacobi-Parochie (Frisia) Olanda
De Friesche Plant timmert an ’e dyk in ’t Italiaans, hieronder ’n pamflet tegaar met Dykstra syn kontakt in Argentinië, hannelshuus Nicolas van Haaren te Buenos Aires.
In ’e dertiger jaren wort ’n foto-album anlait met soa’n 27 foto’s (soa ’t lykt ontbreke d’r 5) over ’t eksportbedriif met Pieter Dykstra as sintrale figuur en gâns eerpelsorteerders
De opdracht is geven an ’e kûnstfotograaf Frans C.D. Popken, Achlumerstraat 2, Luwt; één is fan Sjoerd Andringa, Vredeman de Vriesstraat 6. De foto’s binne sonder onderskrift, plakt op antresyt kartonpapier in donkerbrún stevich omkaft inbonnen; omfang búttenwerk: 34×24,5 sm., binnenwerk: 34×24.
Ferslag sakerais – 1926
Pieter Dijkstra gaat in 1926 op sakerais na Argentinië en Uruguay. De rais duurt drie weken, de folgende plakken worre andeen, hine: Rotterdam, Dover, Cherbourg, Baai van Biscaye, La Coruna, Spanje, de Taag-Lissabon, Teneriffe, Grutte Ocean, Pernambuco, passerend eiland Fernando Norrunha, Bahia, Cape Rio, Rio de Janeiro, Santos, Buenos-Aires;
werom: Montevideo, Santos, Rio de Janeiro, Bahia, Pernamboco, Las Palmas, Lissabon, Vigo, Golf van Biscaye, Southampton, IJmuiden.
Eerpels ‘zo zwart als roet’
Pieter Dykstra houdt dêrfan ’n dagboek bij onder de titel DAGBOEK REIS ZUID-AMERIKA – 1926.
Op 18 oktober skriift-y:
Hierna ga ik de stad Santos bezien. Dit is spoedig afgelopen. Zij is veel kleiner dan Rio [de Janeiro] en heeft niets bezienswaardigs. Alleen de Markthal is aardig. Hier wordt vis, vlees, papegaaien en ook aardappelen verkocht. Deze staan geprijsd met respectievelijk 500 en 900 millreis, dit is plm. 17 en 28 cent per kg.
De goedkoopsten zijn inlandse, zo zwart als roet met een vorm als augurken. De duurdere zijn geïmporteerde Portugese in smalle kisten, tamelijk blank van vorm als de Industrie [=eerpelras].
Bittere teugenstelling, middenop ’e Oseaan
Op 21 novimber:
Het is ’s avonds halftien als ik met machinist Huizinga een whisky drink. Plotseling wordt hij door een van het personeel weggehaald. Ik sla hier geen acht op. Intussen hoor ik vrij veel leven aan dek, in hetwelk ik ook niets bjzonders zie. Spoedig wordt dit echter anders, het begint naar rook te ruiken, het geschreeuw wordt steeds groter en kreten van brand! brand! dringen tot mijn oren door. Aan dek gekomen ontwaar ik veel zenuwachtig gedoe, verderop staan twee vrouwen met loshangende haren en kinderen met brandwonden op de armen, welke van de 3de klas naar de 1ste zijn gevlucht, temidden in een groepje 1ste klas passagiers.
De dokter is spoedig ter plaatse en verleent de eeste hulp.
Het angstgeshrei, zowel van de 3de als ook van de 1ste klasse passagiers veroorzaakt bijna een paniek.
Daar het dansavond was, had de kapitein order aan het orkestje gegeven om door te spelen [’t selde waar ’t gefal bij de Titanic]; ook hierdoor kon de stemming niet verbeteren, trouwens de rook belette de ijverige muzikanten al spoedig om door te spelen. Het zag er op het dek juist niet pezierig uit.
/…/Het bleek nu dat de brand in de derde klasse op het achterschip woedde. /…/De vlammen sloegen intussen de patrijspoorten uit.
Op 22 novimber:
/…/de meeste 3de-klas hutten waren uitgebrand/…/sommigen hadden alles verloren.
Bovendien waren ze hun logies kwijt. Ik had verwacht dat men nu deze mensen een onderkomen in de 2de of desnoods in de 1ste klasse zou geven. Dit gebeurde echter niet, na al het leed dat vooral de vrouwen hadden doorstaan, moesten ze dus ook nog gedurende het overige gedeelte der reis in half verbrande hutten verblijven.
Overal die scherpe tegenstellingen: in de 1ste klasse alles luxe, overvloedig voedsel, mooie hutten, beste bediening; in de 3de klasse bijna geen plaats om te liggen, vooralop de heenreis niet.
Van zindelijkheid geen sprake, zeker, dit is niets nieuws, dit verschil kan ieder overal zien, doch dat dit ook in de uiterste consequentie aan boord, midden op de Oceaan, wordt doorgevoerd, stemt tot bitterheid.
Sekretaresse bij hait
Pieter en Sytske hur oudste dochter Anne wort haites sekretaresse. Anne ken floeiende de moderne hannelstalen: Dúts, Frâns, Ingels en Italiaans. Se bekwaant hur dêrin op staazjeplaatsen en taalinstituten. Se kin in 1929 – fyftien jaar – niet toelaten worre op ’t Institut St. Anna in Lugano omdat se niet katolyk is. Angelo Castelletti, ’n sakerelasy, befeelt Instutut Cunier an, foor Italiaans en Frâns.
Besoek Italiaaanse lândbouminister
De Friesche Plant krijt geregeldweg besichtigingen, soa ok op 28 oktober 1952 fan Amintore Fanfani, Italiaanse minister fan lânbou, De Bildtse Post, 31-10-1952:
Wort fortset
Friesche Plant potatoe sheds in St. Jacobiparochie.
Postcard, text on the back: ST. JACOBI PARISH/(Frise) Hollande/Field potatoes type “Bintje”./Champ de pommes de terre “Bintje”.
Research: Heritage Foundation
See for a description of argyph material: Palsma Collection
Founder Pieter Dijkstra
The Friesche Plantaardappel Exporthandel N.V. was founded in the early twentieth century by Pieter Dirks Dijkstra in St. Annaparochie, about 1915 in St. Jacobiparochie; the company is registered with the Kamer van Koophannel at Leeuwarden on 18-10-1932 and abolished on 3-11-1960 – date desregistration.
Pieter Dijkstra was born in Tjummarum 21 January 1884 as a son of Dirk Sjoerds Dijkstra and Ytje Pieters Douma; his father was first a farm worker and later a potatoe merchant.
At his marriage Pieter is potatoe merchant at Tjummarum, since 25 July 1910 ditto in St.-Annaparochie (dwellingnrs 165a, 69), since around 1914 potatoe merchant in St. Jacobiparochie (dwellingnr 180; since 12th May 1915 at number 105, untill his death at the age of 75. In the death certificate it says: ,- without profession -, but that is changed to: – potato trader -, with the annotation: this renvoo and deletion of two words approved. makes Pieter still an honor merchant.
He married Sytske Jacobs Slim in the municipality Het Bildt on June 30, 1910, born in St. Annaparochie on March 1, 1883. Pieter died on September 26, 1959, Sytske on May 8, 1976.
Autographs under the marriage deed of Pieter Dijkstra and Sytske Slim, under those hur hands are the parets: Ytje Pieters Douma (Pieter’s father has already past away), Jacob Slim and Antje Boersma.
Pieter solidifies his skillful hand with a wide sweep annex curl, that promises something.
See more femily data: Kertiersteat Baukje and Sytske Palsma numbers 22 and 23 and furtheron.
Pieter and Sytske have three children:
1 Antje Dijkstra * St.-Anne 17-2-1912 † 12-10-2003, see furtheron the Kertierstaat and below: Secretary at hait
2 Ytje Dijkstra * St.-Anne 19-4-1915 † 12-6-2008, age 93, [] Dronryp; in case of marriage without profession in St. Jacobiparochie; in 1957 . administratrise fan ’e exhibition “How we work” (see for photo: Ytje Dijkstra).
x 1 Het Bildt 7-27-1934, aged 24 and 27, Gerben Obbe Terpstra * Leeuwarden 5-17-1912 † dêr 12-18-1947, aged 35, [] Dronryp; study agriculture Wageningen University, at the time of his marriage agricultural engineer in Leeuwarden; sun of Wybe Obbes Terpstra, teacher in Balk and in Leeuwarden at the municipality school nr 5, and Baukje Gerbens Swart;
x 2 1959 Roelof Lunsche
3 Dirk Dijkstra * St. Jacobiparochie 24-2-1921, house no. 105; the birth certificate states: being the father prevented from filing a declaration due to absence; Pieter shall have been on a trade trip.
Pieter Dijkstra for his potatoe trading on the road on a station
Pieter Dijkstsra expands the firm withe the brothers Miedema under the name Dijkstra & Miedema Brothers.
Busines trip report
Pieter Dijkstra goes on a business trip to Argentina and Uruguay. The trip takes three weeks, the following places come into view,
outward journey: Rotterdam, Dover, Cherbourg, Baai van Biscaye, La Coruna, Spanje, de Taag-Lissabon, Teneriffe, Grutte Ocean, Pernambuco, passerend eiland Fernando Norrunha, Bahia, Cape Rio, Rio de Janeiro, Santos, Buenos-Aires;
return trip: Montevideo, Santos, Rio de Janeiro, Bahia, Pernamboco, Las Palmas, Lissabon, Vigo, Golf van Biscaye, Southampton, IJmuiden.
Potatoes ‘as black as soot’
Pieter Dykstra keeps a diary of this under the title DIARY TRIP SOUTH AMERICA – 1926.
On October 18 he writes:
After this I will see the city of Santos. This will end soon. It is much smaller than Rio [de Janeiro] and has nothing of interest. Only the Market hall is nice. Fish, meat, parrots and potatoes are sold here. These are priced at 500 and 900 millreis respectively, this is approx. 17 and 28 cents per kg.
The cheapest are homegrown, black as soot and shaped like gherkins. The more expensive ones are imported Portuguese in narrow boxes, fairly white in shape like the Industrie.
Bitter contrast, in the middle of the Ocean
On November 21:
It is half past nine in the evening when I drink a whiskey with driver Huizinga. Suddenly he is taken away by one of the staff. I pay no heed to this. In the meantime I hear quite a lot of life on deck, in which I also see nothing special. Soon, however, this changes, it starts to smell like smoke, the screams get bigger and bigger and cries of fire! fire! penetrate my ears. On deck I see a lot of nervous stuff, further on are two women with loose hair and children with burns on their arms, who have fled from the 3rd class to the 1st, in the middle of a group of 1st class passengers.
The doctor is soon on the scene and provides first aid.
The fearfulness of both the 3rd and 1st class passengers almost causes panic.
As it was dance evening, the captain had ordered the orchestra to continue playing [the same where it failed at the Titanic]; this also did not improve the mood, for that matter the smoke soon prevented the zealous musicians from continuing to play. It didn’t look too bad on deck.
/…/It now turned out that the fire was raging in the stern in the third class. /…/The flames meanwhile beat out the portholes.
On November 22:
/…/most of the 3rd class cabins were burnt out/…/some had lost everything.
In addition, they had lost their accommodation. I had expected that these people would now be given accommodation in the 2nd or, if necessary, in the 1st class. However, this did not happen, after all the suffering that the women in particular had endured, they had to stay in half-burnt huts for the rest of the journey.
Sharp contrasts everywhere: in 1st class everything is luxurious, abundant food, beautiful cabins, best service; in 3rd class almost no place to lie down, especially not on the outward journey.
There is no question of cleanliness, certainly, this is nothing new, everyone can see this difference everywhere, but that this is also implemented in the utmost consequence on board, in the middle of the ocean, is bitter.
Secretary to father
Pieter and Sytske hur eldest daughter Anne is becoming her fathers secretary. Anne knows fluently the modern trade languages: German, French, English and Italian. Se is skilled at staging areas and language institutes. In 1929 she is – fifteen years old – not allowed to work at the Institut St. Anna in Lugano because se is not Catholic. Angelo Castelletti, a businessrelatinship recommands the Instutut Cunier, for Italian and French.
Visit Italian agriculture minister
De Friesche Plant is organizing quite often viewings, likewise on October 28, 1952 a visit from Amintore Fanfani, Italian minister of agriculture, De Bildtse Post, 31-10-1952:
–