1854
Blz. 1
Den 1 Januarij. Heden Nieuwjaar Zondag, mijn volk en huisgenooten maken gebruik van de godsdienst, waar mede dit jaar weder aangevangen word, en gisteravond 7 uur het vorige jaar alhier daarmede geeindigd is. Ik heb daarvan geen gebruik gemaakt.
Door de menigvuldige sneeuw zijn dijken en wegen bijkans onbruikbaar, veel minder het ijs.
Het nieuwjaarloopen, word door de kinderen van arme lieden ijvrig voortgezet, niettegenstaande zulk een aanzienlijke som ten behoeve van de gemeene lieden alhier is bijeengebragt om daarvan uitdeelingen te doen.
In vele steden en dorpen heeft men deze bedelarij afgeschaft en verboden en in plaats daarvan een collect te doen, en daarvan aan de arme lieden uitreikingen te doen.
Blz. 2
Wij hebben dan dit jaar wederom mogen in gezondheid beleven, wat ons gedurende dit jaar wedervaren zal weeten wij niet! Wij beveelen ons in den aanvang in de hoede en zorge van onzen Hemelschen Vader!! Hij geleide ons op alle onze paden en wegen! naar zijnen Goeden en Wille.
Dat het mij en mijne kinderen in alle betrekkingen moge welgaan door de verlichting van den H. Geest in liefde en vreeze, door het geloof in Jezus mogen werkzaam zijn tot Gods Eer en onze Zaligheid. Hij geve een ieder onzer het dagelijks brood en zegene ons in alle onze belangen en betrekkingen!!
Den 2 Januarij. Door de menigvuldige sneeuw begint men met paarden en werktuigen de straatweg van sneeuw op te ruimen en baanen op het ijs te maken. Alles is een sneeuwvlakte.
Blz. 3
De Commissaris des Konings heeft de gemeentebesturen aangeschreven om zooveel mogelijk baanen te maken en de wegen van sneeuw te zuiveren, teneinde de correspondentie in het vervoer der goederen te bevorderen.
Den 5 Januarij niettegenstaande men begonnen hadde aan het verzoek en bevel des Commissaris te voldoen is alles vruchteloos geweest, opvolgende is er zooveel sneeuw gevallen en door den harden wind overgejaagd, dat men daarvan heeft moeten afzien, te meer wijl de zwaarte der sneeuw en ijs zoo drukte en doorzakte, dat het water door de spleeten doorvloeide en de doorzakking van het ijs onder de sneeuw met water overvloeiden.
Vooral in dezen nacht is de sneeuw door den harden wind, hier en daar zoo opgehoopt, dat het aan heuvelen en bezwaarlijk konnen overgeklommen en doorgewaad worden. Zoo heeft dan de vogtigheid der weersgesteldheid de langdurige droogte afgewisseld.
Blz. 4
Den 6 Januarij, heden en gisteren dooi, dog zeer zacht, men kan naauwelijks merken dat de sneeuw mindert.
Gisteren marktdag, dog door de menigvuldige sneeuw op de straatweg, was het vervoer van boter en andere goederen onmogelijk geworden. Thans zijn er bij honderden van arbeiders bezig om de sneeuw weg te ruimen van hier tot Heerenveen alle correspondentie per as heeft opgehouden, de diligencie staat sedert een paar dagen te Wijtgaard, benevens ander goederen aldaar bij de kastelein geborgen.
Ik kan mij niet herinneren dat het immer zoo erg geweest is, de sneeuw is op de straatweg tot een halfmans min en meer op gehoopt, veroorzaakt door den harden wind, welke door de boomen gestuwd en gejaagd in de lijte daarvan opvolgende tezamen opgehoopt. Men konde naauwelijks te voet de straatweg gisteren passeren, men passeerde van hier langs het binnenpad.
Blz. 5
Den 13 Januarij, heden nachtvorst, sedert de vorige een zachte dooi gedurende de gehele week. de oppervlakte van de aarde en de landen, is van sneeuw ontbloot, dog de tezamengesneeuwde sneeuw in slooten en hoopen staat nog tot een aanzienlijke hoogt; de straat is wel rijdbaar met paarden op scherp, dog anders onbruikbaar. heden marktdag, het vervoer der goederen, boter enz. is zeer moeijelijk.
Dezer dagen is weder een lijk van de familie van Eijzinga op de begraafplaats van Jousma State bijgezet geworden, door 20 arbeiders ten grave gebragt, ieder werd 3 Gulden tot verdienst uitgereikt. Het lijk werd eergistermorgen met een lijkkoets uit de Stad aangevoerd. De HoogWelGeb. Fruele Baudine Louise Ebella van Eysinga, overl. d. 6 Jan. 1854 in den ouderdom van 66 Jaren, het 8ste lijk van deze aanzienlijke familie op deze sombere plaats door breede gragten, ringmuur en geboomte omgeven, sedert den aanleg tot deze begraafplaats, alleen dan toegankelijk
Blz. 6
wanneer een lijk aangevoerd, het graf gemetseld en de grafsteen gelegd, door het aanbrengen van en weder wegnemen van geschikte barten, expres daartoe gemaakt en op deze zathe voorhanden zijnde. Weleer de plattegrond van den voormaligen stins dezer state breder in mijne Oudheden van Wirdum en wijdere aanteekeningen omschreven.
Den 20 Januarij, heden sterke nachtvorst waardoor het dongslegten, welke wij sedert een paar dagen begonnen hadden, wederop gehouden door het voormalige dooiweder, is de sneeuw aanmerkelijk verdweenen, maar de vaarten op verre nog niet van ijs gezuiverd, zoodat de scheepvaart gestremd blijft.
Heden marktdag, men kan thans weder met rijtuigen de wegen en de straatweg passeren.
Den 11 Mei, ik ben gedurende het voorjaar sedert de vorige zeer verkouden geweest, en hadde daarom weinig lust om te schrijven, dog dewijl ik thens ben beter zal ik mijn gewoon schrijven hervatten.
Blz. 7
Den 12 dezer hebben wij onze koeijen in het land gebragt, hoewel wij gedurende het voorjaar koud en schrok weder gehad hebben, maar thans eenige dagen zeer schoon weder beleven, de landen […] goed gewas.
Het vee is buitengewoon duur in alle soorten. Beste melkkoeijen van de 150 tot 200 Gulden min en meer, de vette na rato, ook de schapen en varkens.
De boter is gedurende voorjaar boven de 40 Gulden geweest, behalven verleden vrijdag daalde zij tot 35 Gulden.
Mijn zoon Sijtse is met een zoon van Asperen in de Stad woonachtig verleden vrijdag op reis naar Londen vertrokken. Zij reizen over Harlingen, van daar met de stoomboot. Wij verwachten hen Woensdag of Donderdag over een week te rug; zij hebben tothiertoe schoon weder, zonder ongelukken zijnze heden te Londen gearriveerd, het is thans Zondag, het is een groote reis voor buitenlieden.
Blz. 8
Den 20 Mei, sedert de vorige koud en Noordenwind, dog heden veranderlijk.
Wij ontvangen de 18 l.l. een brief van Sijtse ged. Londen den 16 Mei ‘s avonds dus in een paar etmaal, hij melde ons dat zij des Zondags den 14 te Londen behouden en wel gearriveerd waren, veel bijzonderheden en vreemds aldaar zag en hoorde, dat zij dagelijks in gezelschap van Hollanders waren, en tezamen vele bijzonder heden opzamelden, om in de nieuwe week bij zijne tehuiskomst ons te vertellen.
Gisteren hadden wij vergadering van deelnemers en gecommitteerden in de Klanderij te Leeuwarden. De rekening door de gecommitteerden 14 dagen bevorens geteekend en gesloten van dit dienstjaar waaruit bleek dat de Societeit thans over de […] zegge 8 Millioenen ingeschreven waarde bevatte voor de afgaande gecommitteerde de Heer Wageningen omdat hij thans in de provincie Utrecht woonde, in plaats gestemd Jan Bakker uit Baarderadeel en Boonstra uit Idaarderadeel gecontinueerd.
Blz. 9
Den 25 Mei, Hemelsvaartsdag, een zwaar onweder gedurende den nacht ontruste ons voor eenige oogenblikken, naar dreef nogal vrij spoedig over, vergezeld van veel regen.
Onze getrouwde kinderen in dezen omtrek woonachtig namen voor in dezen dag omdat hier niet gepredikt werd een reis naar Harlingen te doen, zij reden met 3 wagens derwaarts om hun broeder Sijtse, welke heden met de stoomboot van Londen gewacht werd, zij kwamen met het aankomen juist tijdig aldaar en ontvingen hem met een blijde welkom. ‘s Avonds 9 a 10 kwamen zij tot mijne blijdschap te huis, gezond en welvarende. Sijtse had gedurende de zeereizen en zijn verblijf te Londen van den 14 tot den 24 althoos welvarende geweest, ook geen de minst ongesteldheid of zoogenaamde zeeziekte gehad. Zij waren des Woensdags morgen om 11 uur van Londen vertrokken en kwamen heden Donderdag morgen 10 uur te Harlingen.
Hij heeft vele bijzonderheden verteld, waarvan ik bevorens niet hadde gehoord. Gedurende deze reis was het schoon weder, behalven de verleden nacht.
Blz. 10
Den 30 Mei. Buijig N.W. en dan onweder, vooral verleden Zaturdag met sterke hagel vergezeld.
Alle onze kinderen zijn heden op uitnoodiging bij hunnen broeder Wijger en Jetske te gasten, Hotze en Akke waren hier hedenmorgen te 8 uur van Tjalhuizum. Zij lieten hunnen wagen hier, Akke reed met ons volk naar het gebuurte, Sijtse en Hotze gingen te voet derwaarts.
Het is 6 uur, Hotze zal zoo aanstaande komen, om de wagen af te halen naar het gebuurte om Akke zijne vrouw op te nemen, en van daar de reis naar huis, het zal mogelijk wel 10 uur in den avond worden eer zij te huis te Tjalhuizum zijn.
Mijn plan is bij wel[…] morgen naar Birdaard […].
Blz. 11
Den 1 Junij, steeds aangenaam en fraai weder, zeer vruchtbaar.
Ik had lust om mijn broeder te Birdaard te bezoeken; onze Hanna was hier uit van huis en verzogt haar mede te reizen benevens ons Sijtse, na alvorens mijn broeder daarvan kennis gegeven te hebben, verzogt Wijger Koopman te Leeuwarden, verzogt om mede te reizen, wij trokken ‘s morgens half 8 op reis, namen Wijger te Leeuwarden bij ons in den wagen en kwamen om 10 uur te Birdaard, tot groote blijdschap van mijn broeder en zijn vrouw, welke door ouderdom 77 jaren eenigzins in hare verstandelijke vermogens verzwakte, mijn broeder was ook zoo oud maar fris en gezond en onderhield zijne groote tuin zelf nog. Wij reden des avonds tijdig van daar en kwamen half 8 te huis,
Ik bevond na een afwezigheid van 7 jaren Birdaard zeer veranderd en
Blz. 12
verfraaid wegens aanbouw van nieuwe en fraaije huizen, maar vooral de kapitale brug welke door het slatten van de Ee daarover gelegd is, met steenen hoofden.
Den 6 Junij, steeds koud en Noordenwind.
Wij hadden op vrijdag den 2 l.l. vergadering van gecommitteerden in de Klanderij te Leeuwarden ten gevolge van brandschade in de Societeit onlangs geleden, door het afbranden van eene huizinge enz. te Wirdum en is besloten de kosten dezer schade uit een omslag te vergoeden ter somma van vijfentwintig Cents van de duizend ingeschrevene waarde en de boekhouder gelast door omslagbilletten een ieders verschuldigde door den bode te doen invorderen.
Gisteren de 2de Pinksterdag zijn de zitplaatsen in de kerk zeer duur verhuurd, veel hooger dan bij de vorige verhuring, alle de zitgelden ontvangen, de verhuring heeft altijd op Hemelvaartsdag plaats, maar werd tot dezen dag uitgesteld, omdat er toen niet gepredikt werd.
Blz. 13
Niettegenstaande het koude weder is het grasgewas zeer voorspoedig, ten gevolge daarvan begint men algemeen te maaijen. Ook onze maaijers zijn reeds overgekomen, en zullen heden den 6 een begin maken met maaijen.
Alles blijft nog duur, de boter is tot 37 Guld. en de kaas tot 24 Guld. gezakt.
Het vee blijft buitengewoon duur, mijn zoon Klaas verkogt verleden Vrijdag een twinterstier welk hij een weinig hadde aangevoed voor 121 Guld., en zoo is alle het vee na advertentie.
Den 6 Julij, opvolgende droog en afwisselend regen, waardoor het hooi niet goed en fris kon gewonnen worden, overal hoort men van hooibroeijen. De boter is tot 40 Gld. geklommen, het vee is buitengewoon duur.
Heden vergadering van ons Friesche Genoodschap. Ik was tegenwoordig, Folkert mijn kleinzoon, vergezelde mij en woonde de vergadering met toestemming van het Bestuur bij. Hij is thans te huis wegens vacantie te Almelo alwaar hij secondeert op de Fransche school.
Blz. 14
Den 12 Julij, het weder als voren.
Heden vergadering van gecommitteerden van onze Brandsocieteit te Leeuwarden in de Klanderij tot het opmaken van het tarif van vee, hooi en granen. De waarde dezer voorwerpen zijn over het volgende dienstjaar zeer hoog geraamd, bijvoorbeeld: de koeijen 130, de rieren 100 en de hoklingen 50 Guld., het koeseeten hooi 62 Guld. het andere naar rato.
De boter is thans weder boven de 40 Guld. geklommen.
Met de smid in de Schrans wegens paarde beslaan geheel effen.
Gisteren hebben wij de onleegtijd gedaan gekregen.
Den 13 Julij, het is thans buijig Noordwesten wind. Wij zijn aan het dongen.
Wij verwachten heden onze kinderen van Tjalhuizum, waarnaar wij zeer verlangen en hoopen dat het geheele gezin zal komen, nl. Hotze en Akke met hunne kindertjes, onze Dieuwke, Willem en Doeke.
Blz. 15
Den 28 Julij. Het voormalige vogtige weder is met het begin der Hondsdagen met droog en buitengewoon warm weder afgewisseld dog thans koelder.
Dezer dagen is er zeer veel hooi gewonnen, er is overvloed van nagras.
Dewijl ik in verscheidene jaren niet te Achlum en Tjalhuizen niet geweest ben, ik gevoelde eene begeerte en lust om mijne kinderen aldaar te bezoeken, en berigte hun om mij te Tjalhuizen op den 24 en te Achlum den 26 dezer bij welzijn te verwachten.
Lijkle en Klaaske reden dan den 24ste verleden maandag met mij naar Tjalhuizen alwaar wij behouden en wel des morgens 10 uur aankwamen, ‘s avonds reden zij weer terug en ik bleef aldaar bij mijne kinderen. Den 26ste reden Hotze en Akke benevens hun zoontje Willem met mij naar Achlum alwaar wij 10 uur ‘s morgens aankwamen, gedurende den gehelen dag aangenaam en blijde bij elkanderen geweest te zijn reed ik ‘s avonds met Hotze en Akke naar Tjalhuizen te rug, kwamen half 9 aldaar te huis.
Blz. 16
Des anderen daags donderdag den 27 bragt Hotze mij met den wagen naar Sneek in het 4 uur schip en kwam half 8 ‘s avonds behouden en wel te huis.
O! mogt ik maar op de regte wijs dankbaar zijn voor al het goede op deze reis ondervonden en vooral wegens het aangename en genoeglijke bij mijn kinderen gedurende mijn verblijf bij mijn kinderen te Tjalhuizen en te Achlum in elkanders bijzijn genooten!
Ik zeide menigmaal bevorens nooit koom ik weder te Tjalhuizen en te Achlum. Het scheen mij volstrekt onmogelijk zoo ver te reizen en ziet, thans onderneem ik om zoo te zeggen deze dubbelde reis en heb daarvan geen het minste ongemak en letsel bekomen, en ben even fris en gezond bij mijne te huis komst als bij mijne uitreis, wat moest ik den Hemelschen Vader hartelijk danken voor zijne bewaring en geleide gedurende mijne uitzijn. Domeni en Mokke wilden mij houden en lieten mij niet vertrekken dan op voorwaard om over een paar maanden bij welzijn bij hen uit van huis te komen.
Blz. 17
Den 3 Augustus, het weder is koelder; eergistermorgen is er veel regen gevallen vergezeld van onweder.
Wij zijn het nagras begonnen te maaijen hetwelk zeer overvloedig is.
De varkensziekte is zeer sterk in dezen omtrek, er zijn boeren die ze alle verlooren hebben. Ook hebben wij een ziek.
Gister waren alle mijne kinderen naar Tjalhuizum om Hotze en Akke volgens uitnoodiging te bezoeken. Hanna en Albert met hunne beide kindertjes reden met Klaaske en Marten, Lijkle en Ætske reden met ons Klaas en Aaltje, Bokke en IJtje met hun zoontje reden tezamen. Na gedurende dezen dag aldaar aangenaam bij elkanderen geweest te zijn kwamen gisteravond behouden te huis. Dieuwke met […]
Blz. 18
Den 1 September, heden zomerweer gedurende tot aanhoudene mooi weder, word zeer veel hooi gewonnen in dezen omtrek, wij hebben bij de 30 weiden nagras gewonnen, dezer wijs wordt het hooiwinnen dagelijks voortgezet, bij ieder der boeren hier en elders. Zulk een vruchtbaar jaar vooral in hooi en grasgewas is er naauwelijks een voorbeeld, behalven de boomvruchten zijn zeer schaars.
Gisteren hielt het bestuur van onze Brandsocieteit in de herberg te Wirdum hunne werkzaamheden na eene zitting van een paar dagen geeindigd ten opzichte vooral van het verifiëren van meer dan 1500 opnieuw uit te geven polissen voor den volgenden diensttijd alsmede de billetten wegens den omslag, welke wegens een tekort zal geheven worden van de 1000 ingeschreven waarde 25 Cents. Ik was gedurende tegenwoordig.
Blz. 19
Den 7 Sept., heden zijn alle mijne kinderen met hunne aangetrouwde mannen en vrouwen, gedurende dezen dag alhier bij mij te gasten, tezamen 17 perzoonen behalven Dos. van Achlum en vrouw welke omdat hun zoon Wijger […]houdene vacantie op dien tijd weder naar Groningen na de Academie moest vertrekken, deze studeert in de godsgeleerdheid, en waren dienvolgens niet tegenwoordig. Gedurende dezen dag aangenaam bij elkanderen geweest te zijn, vertrokken des avonds tijdig, een ieder naar het zijne.
Schoon groote en talrijke gezelschap weinig genoegen mij aanbrengt, was evenwel de tegenwoordigheid mijner kinderen zeer aangenaam, en zij verblijden zich allen in dezen toestand bij hunnen vader nog tegenwoordig mogten zijn.
Blz. 20
Den 10 Oct. heden oproeping van de hervormde floreenpligtigen om de staat van de kerkebegrooting over 1855 vast te stellen. Ik was tegenwoordig nadat wij kerkvoogden tijdig deze staat hadden opgemaakt en de floreenpligtigen aangeboden en alzoo zonder eenige verandering vastgesteld.
Den 12 Oct. Vergadering van ons Friesch Genootschap op onze gewoone plaats, vergadering ten huize v.d. Wielen in de Sacramentstraat te Leeuwarden. Ik was tegenwoordig, er waren ongeveer 20 leden onder voorzitting van den Heer Dirks lid van de 2de Kamer der Staten Generaal; ik was met de wagen en na het scheiden der vergadering reed ik terstond naar huis.
Het vee is nog buitengewoon duur, de beste kalvers van de 30 tot 40 Gld. min en meer, varkens en schapen naar rato.
Blz. 21
De boter steeds over de 40 Guld., de kaas tusschen de 20 en 30 Guld.
Alle graansoorten in een stevigen prijs, de beste aardappels van de 30 tot 40 Stuivers min en meer. De appels zijn overal zeer schaars en daardoor zeer duur.
Er is thans veel papier van Staatswege in omloop, dat zeer gerieflijk in den handel is, men heeft in omloop de volgende muntspecien Rijksdaalders 50 St., Guldens 20 St., halve Guldens 10 St., vijfjes 25 Cents, dubbeltjes 2 en stuivers 1 St., 5 Cents 1 St.
Bevorens had men inloop ducatons 63 St., 3 Gld. 60 St., Zeeuwen 52 St., halve en kwarten en 8sten naar rato, 2 Gld. Rijksdaalders 50 St. halve en kwarten naar rato, daalders 30 St., Guldens 20 St., Sestehalven 5½ Stuiv. dubbeltjes en stuivers 8 duiten 1 stuiver. Alle deze muntspecien zijn door den Staat ingetrokken, en daardoor het muntwezen zeer verbeterd.
Blz. 22
Den 27 October. Gedurende eenige dagen is het zeer onstuimig en stormachtig geweest vergezeld met weerlicht donder en bliksem. Sedert gisteren meer bestendig en heden nachtvorst.
Het vee is ontzettend duur, tot een voorbeeld, ik verkogte een kalverbulle voor 35 Gulden en is gister op de markt weder verkogt meer dan 40 Gulden. Onlangs verkogten wij onze enterbulle voor 67 Guld., zoo al het vee naar rato. Nimmer zijn de kalvers zoo duur geweest. Alle eetbare voorwerpen zijn ook zeer duur. Een guardenier te Goutum verkogte de appels witte Calvijnen bijvoorbeeld het stuk voor een Stuiver. De aardappels de beste tot 2 Guld. de korf.
De boter tot 45 Gld., de kaas ook levendiger, men begint het vee al op stal te zetten, wegens de ontzettende vermeerdering van landmuizen, op Tjaard en het Oudland, is het gras verslonden, de landen zwart wegens het omwroeten, op het Nieuwland is het zoo erg niet.
Blz. 23
Den 17 Nov. Oost koude […] hebben wij ons melkvee op stal gezet, Gisteren de kalvers, de hoklingen loopen nog uit.
Ons Akke en haar kleine jonge zijn hier sedert Zaturdag tot Woensdag den 15 dezer uit van huis geweest. Met het 10 uur schip zijn ze vertrokken, en wel overgekomen, zooals wij heden berigt ontvingen.
Den 4 Dec. De winter is verdwenen, het is thans goed weder.
Wij zetteden onze jongbeesten den 24 Nov. op stal en onzepaarden lopen nog uit.
Onze Hanna is met haar beide kindertjes hier sedert woensdag […] een week uit van huis geweest en zal heden maandag den 4 Dec. weder vertrekken.
Blz. 24
Den 18 December zeer zacht tothiertoe, dog hedennacht een zwaar onweder van donder en bliksem, gevolgd door veel regen, dog daarna in den morgenstond sneeuw, zoodat de gehele oppervlakte van den grond met sneeuw bedekt is.
Gedurende de vorige en begin dezer maand, zijn veel scheepen door stormen en onweders in zeer zeën verbrijzeld en vergaan, vooral in de Zwarte Zee tot ontscheping en proviandering der Engelsche en Fransche troupen in de Krim om de Russen te bestrijden.
Wij sluiten thans op den 31 December, dit voor ons zoo gezegend jaar, en danken voor al het goede door ons en onze kinderen genooten.
D.W. Hellema