Mijn reis naar het verre westen van Amerika
XXIII
‘t Spant er wel eens om regel te houden en niet in herhalingen te vervallen. Ook vergeet ik wel eens wat, dat mij dan later in’t zin komt.
Zoo in mijn vorig schrijven, toen ik het heb gehad over de kerk en den predikant.
Daar moet het volgende bij.
De pastorie, waarin we ons bevonden, had vroeger elders gestaan. Zij was eenvoudig verrold. Dat verrollen van geheele gebouwen is een kunst, welke in Amerika schijnt te zijn uitgevonden. Nu, de huizen, de wegen, de landen en de menschen zijn er naar. Met de huizen in Friesland zou het niet mogelijk zijn, de wegen zouden te smal wezen en dan zouden de vele slooten in onze landerijen het werk zeer bezwaren, als men recht op het doel wilde ingaan. Dat ziet men in Amerika, waar men houten huizen zonder fundamenten heeft en breede wegen en landen zonder hinderpalen van eenige betekenis.
Te Springfield heeft zich de verplaatsing der pastorie als volgt toegedragen. Men wenschte de kerk op geschikter punt, verkocht de bestaande, nu tot boerderij hervormd en bouwde een nieuwe.
Daarna werd de pastorie op rollen gezet en vervoerd naar de weg naast de nieuwe kerk op een mooien stand.
Het verrollen van kleine gebouwen geschiedt heel eenvoudig, langs zeer breede wegen met behulp van vier of vijf span paarden, die het gevaarte trekken, doch met grooter gebouwen als de pastorie, kiest men den kortsten weg, dwars over landerijen, wanneer men vlak terrein heeft, gelijk met de pastorie het geval was en maakt daarbij gebruik van een rondas
Eerst wordt zulk gebouw, dat men wil laten verhuizen, met verschillende soort dommekrachten zoo hoog opgevijzeld, dat men er rollen onder kan leggen. Is dit geschied, dan laat men op een afstand van 150 à 200 voet een ronddraaiend mechaniek weken, waarvoor twee paarden zijn gespannen, die in ’t rond loopen en het gebouw nader brengen tot de windas. Hier gekomen wordt de machine met de paarden weer vooruit gebracht en op dezelfde wijze her gebouw opnieuw 150 à 200 voet verplaatst. Dit wordt aldoor herhaald tot men het gewenschte punt heeft bereikt. De afroostering der landen levert geen bezwaar. Die wordt even weggebroken en weer hersteld.
Ds Schippers, de bewoner van deze pastorie, heeft een paar koeien en een mooi span beste zwarte paarden tot zijn dienst. Dat is wel noodig, omreden de leden der gemeente zeer verspreid wonen. Meer dan eens heb ik gebruik gemaakt van zijn vriendelijk aanbod om met hem mee te rijden als Z. E het veld inging op bezoek.
Wij gevoelen ons zeer verplicht tegenover hem en zijn waarde echtgenoote voor de vriendschap en gastvrijheid ons in de pastorie betoond.
Van de kerk en pastorie werd ons een fraaie fotografie vereerd als aandenken.
x x
x
Den 18 Juli hebben we een bezoek gebracht aan U.P. Eringma van Hijlaard en zijn echtgenoote Maaike Rijpstra van Engelum.
Wij waren er zeer welkom en hebben er zelfs een nacht gelogeerd.
Het echtpaar Eringa woont dicht bij Runningwater aan de rivier de Missouri, op een eigen farm van 320 akkers, waaronder dicht bij huis zeldzaam best bouwland, doch verderop naar de rivier was het land bergachtiger en van minder kwaliteit. Als bij de meeste groote farmers zagen we ook hier vele beste ossen, koeien en paarden, doch maar enkele varkens. Eringa had het vorig jaar wel een 70 verloren aan de ziekte alhier, die een andere is dan in Friesland. Het is geen vlekziekte, maar een soort cholera, waaraan in zeer korten tijd vak heele kudden bezwijken. Omdat zij besmettelijk wordt geacht, had Eringa zijn kudde nog niet aangevuld.
Verleden jaar had hij dicht bij zijn huis nog een 80 best bouwland aangekocht. Zijn farm is een der oudste in deze nederzetting, want wat trouwens wel te zien was aan de vele zware boomen rondom zijn welingerichte boerderij.
Hij had een nieuw appelhof aangelegd.
Welvarend zag alles er uit en welvarend was ook de familie, ouders en kinderen.
Wij troffen hier nog een Fries, die voor een jaar of zeven uit Wolvega was gekomen, zijn naam is Posthuma. Hij was farmer en beboerde en eigen farm van 160 akkers met volledige inventaris.
De avond bij de familie Eringa doorgebracht, zoomede den volgende dag, geeft mij nog zooveel stof, dat dit schrijven voor eenmaal wel eens te lang zou kunnen worden, waarom ik a.s. week denk te schrijven.
H.L. Palsma
rustend landbouwer te Leeuwarden